donderdag 1 november 2007

Japan roept oorlogsbodems terug uit Indische Oceaan

Sinds donderdag 1 november doet Japan niet meer mee aan de NAVO-operaties in Afghanistan want de oppositie is tegen. Shigeru Ishiba, de Japanse minister van Defensie, gaf daarom meteen bevel aan de Japanse marine om terug naar huis te keren vanuit de Indische Oceaan.

Vragen die oprijzen zijn nu onder meer: leidt Japan hierdoor gezichtsverlies? Gaat de Japanse wet gewijzigd of aangepast worden? Leverde Japan werkelijk meer brandstof dan werd opgegeven en opereerde Japanse eenheden hierdoor buiten hun mandaat?

De Japanse marine ondersteunde in de Indische Oceaan buitenlandse operaties in Afghanistan door het bijtanken van oorlogsbodems van bondgenoten. Het mandaat voor de missie liep op 1 november af en werd niet verlengd.

Aan de missie deden twee marineschepen mee, een tanker en een torpedobootjager, die op deze wijze logistieke ondersteuning verleenden aan de NAVO-operaties in Afghanistan.

Sinds december 2001 zijn er volgens het ministerie van Defensie zeker 794 missies uitgevoerd en verstrekte Japan 484 duizend ton olie aan schepen uit elf landen. Op 31 oktober dit jaar verviel de speciale antiterrorismewet, die de bijzondere leveranties mogelijk maakte.

Oppositieleider Ichiro Ozawa van de Democratische Partij (DJP), die afgelopen zomer een historische overwinning op de LDP behaalde bij verkiezingen voor het Hogerhuis, zei donderdag dat hij alleen voor een voortzetting van de missie voelde als dat onder de vlag van de Verenigde Naties zou gebeuren.

“De Verenigde Staten begonnen hun oorlog in Afghanistan zonder te wachten op internationale instemming (van de VN)”, zo citeert de Volkskrant een eerdere uitspraak van Ozawa.

De oppositie zegt dat de missie “een schending is van de pacifistische grondwet” van Japan.

Japan is sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog officieel pacifistisch. De Verenigde Staten hebben sinds ze de “war on terror” begonnen andere landen onder druk gezet met het motto “you're with us or against us” (je bent tegen ons of met ons).

Premier Fukuda, die op 25 september aantrad, gaat in de loop van deze maand in Washington op bezoek bij president Bush. Volgende week al komt de Amerikaanse minister van Defensie, Robert Gates, naar Tokio.

Dat premier Fukuda er nu niet in is geslaagd de Japanse steun aan de coalitietroepen in Afghanistan in eigen land opnieuw verlengd te krijgen, levert hem volgens het dagblad de NRC “groot politiek gezichtsverlies op”.

Gezichtsverlies
De krant schrijft “dat het Japanse ministerie van Buitenlandse Zaken bezorgd is over het aanzien van Japan in de wereld.”

Volgens minister van Buitenlandse Zaken Masahiko Komura wordt door de huidige impasse de indruk gewekt dat Japan “een passieve houding gaat innemen in de strijd tegen terrorisme”.

“Natuurlijk kan het niet anders dan dat hierdoor de houding van de andere landen tegenover Japan wordt beïnvloed”, zo wordt hij door de krant geciteerd.

Amerikaanse zegslieden zeiden eerder deze week al dat het afhaken van Japan de operationele capaciteiten van de coalitie niet of nauwelijks zal aantasten.

Ondanks het terugroepen van de boten zal de regering van Fukuda proberen om een wet te maken om een meer afgeslankte missie in stand te houden.

De ambassadeur van de Verenigde Staten in Japan, Thomas Schieffer, zei volgens de BBC “dat een permanente terugtrekking een erg slecht signaal afgeeft aan de internationale gemeenschap en terroristen”.

Missie
Japan tankt al sinds 2001 oorlogsbodems in de Indische Oceaan bij.

De schepen waar het om gaat tellen een bemanning van 340 koppen. Op donderdag hebben ze weer koers gezet naar Japan. Ze hebben maandag voor het laatst een Pakistaanse boot herbevoorraad met brandstof.

Aantijgingen
De Japanse missie wordt ervan beschuldigd veel meer brandstof aan de VS te hebben geleverd dan officieel is opgegeven. Dit is een voedingsbodem voor beschuldigingen dat het land de VS heeft geholpen bij de oorlog in Irak, en niet alleen bij operaties in Afghanistan.

De Japanse grondwet verbiedt het om tegen andere landen oorlog te voeren maar de regering heeft onlangs geprobeerd hierin verandering te brengen om een meer robuuste defensiepolitiek te kunnen voeren.

De pacifistische Grondwet was juist aan Japan gedicteerd door de VS na het einde van de Tweede wereldoorlog.

De Afghaanse president Hamid Karzai was “erg dankbaar voor de Japanse hulp: rechtstreeks op het economische vlak, en indirect zoals in het geval van het bijtanken,” verklaarde zijn woordvoerder Humayun Hamidzada.

Maar Hamidzada voegde eraan toe dat de verlenging van de “bijtankmissie” een zaak is tussen de VS en Japan onderling.

Shigeru Ishiba zei in een boodschap die naar de Japanse matrozen werd gestuurd: “We zijn in staat geweest om de missie te voltooien vanwege jullie trots en opleiding. We wachten vol smart op jullie thuiskomst.”

De twee boten worden over drie weken terugverwacht in Japan.